Selecteer een pagina

Met het vernieuwde softwareplatform dat Infor aan klanten biedt, zijn gebruikers in staat om vanaf hun desktopcomputers, tablets en smartphones toegang krijgen tot hun bedrijfssoftware. De nieuwe gebruikersinterface Infor ION Workspace is met gebruikmaking van social media-technieken ontwikkeld. Zo kunnen meldingen in bedrijfsapplicaties getweet worden naar een groep volgers. Tijdens de gebruikersbijeenkomst ‘Infor on the Road’ op de SS Rotterdam heeft het softwareconcern zijn moderne aanpak gepresenteerd.

Een groot aantal erp-pakketten heeft een ouderwetse uitstraling. Zo zien de schermen er bijna net zo uit als tien jaar geleden. Een nieuwe softwarestrategie is hard nodig om de kloof in gebruikerservaring te dichten tussen zakelijke oplossingen op het werk en de toepassingen, zoals Twitter, Facebook, Google en de mobiele apps die privé gebruikt worden. Kevin Samuelson, de pas benoemde financieel directeur, heeft dit benadrukt op de Benelux-gebruikersdag van Infor in Rotterdam.

Tweetdeck

De Infor ION Workspace geeft gebruikers op een enkel scherm een uniform beeld van alle informatie die relevant is. Dit geldt voor rolgebaseerde workflows, taken en alarmen, business intelligence-toepassingen, eventmanagement en collaboration tools.

Gebruikers zien op hun scherm een soort tweetdeck met kolommen waar informatie uit allerlei systemen binnenkomt. Massimo Capoccia, Computable-expert en senior director productmanagement bij Infor zegt dat daar wel beveiligingsfilters op zitten. “Wij willen klanten geen schermen met talloze velden bieden, maar een met context verrijkte omgeving waarin additionele informatie eenvoudig oproepbaar is. Gebruikers hoeven niet in te loggen op allerlei systemen om zicht te krijgen op een probleem. Wij willen juist de benodigde informatie naar hen ‘pushen’.”

Bedrijven moeten volgens Capoccia rekening houden met het feit dat de aankomende generatie jonge werknemers verwacht te kunnen werken met zulke zakelijke systemen. “Simpel, to the point met contextgedreven informatie. Bovendien willen medewerkers apparaatonafhankelijk kunnen werken. Dat ze bezig zijn in een toepassing op hun desktop, daarna op pad gaan om vervolgens onderweg verder te kunnen werken op hun tablet of smartphone.”