Selecteer een pagina

De verkoop van software op de consumentenmarkt en zakelijke markt via cd’s is volgend decennium verleden tijd. Tegen 2020 is de norm dat digitale diensten vanaf een server draaien, zoals bijvoorbeeld gebeurt met kantoorsoftware Google Docs. Volgens onderzoeker Sirc wordt het bovendien normaal dat webdiensten via de mobiele telefoon bereikbaar zijn, net zoals een pen in iemands borstzak zit.

Dat blijkt uit een trendanalyse die de Britse non-profit onderzoeksinstelling Sirc in opdracht van hostingbedrijf Rackspace uitvoerde.

Gratis, advertenties of premium

Sirc voerde een literatuurstudie uit en trok de huidige ontwikkeling van belangrijke trends door naar de toekomst, volgens een organisch groeimodel. De onderzoeker komt tot de slotsom van het onderscheid tussen het vaste en mobiele web verdwijnt en dat software als een dienst in de spreekwoordelijk wolk (internet) beschikbaar komt, hetzij gratis hetzij tegen betaling van abonnementsgeld of sponsoring met advertenties.

‘Uitbesteden’ wordt het credo van het volgende decennium, aldus Sirc in een 78 pagina’s tellend rapport dat vandaag verschijnt. Via API’s stellen bedrijven als Google, Microsoft zekere kernfuncties open voor externe programmeurs. Mediabureaus, bijvoorbeeld, kunnen hun lokale adverentiemanagementsoftware live naadloos koppelen aan Google AdWords en landkaarten van Microsoft Live kunnen direct worden geïmporteerd in websites of -diensten.

Virtueel ontmoeten wordt de norm

Sirc over de veranderingen op de werkvloer: “Webconferentietechnologie wordt de norm voor besprekingen, het delen van beeldscherm en applicaties en het samenwerken aan documenten. Dit wordt aangevuld met VoIP en streaming media.” Deze ontkoppeling van applicaties en de fysieke kantooromgeving maakt werknemers flexibeler en freelancers eenvoudiger inzetbaar in een organisatie.

De verschuiving van software naar een gehoste omgeving zorgt er ook voor dat losse applicaties met elkaar via internet kunnen praten en overleggen. Sirc veronderstelt dat nieuwe generaties mobiele telefoons annex draagbare internetterminals in staat worden autonoom software te schrijven om aan wensen van de toesteleigenaar te voldoen. Daarbij houdt de software rekening met de fysieke of digitale omgeving van de toesteleigenaar.

Naar een semantisch web

Deze vorm van software en machines die met elkaar ‘kletsen’ om automatisch nieuwe datasets te genereren wordt ook wel ‘het semantische web’ genoemd. Het concept wordt actief gepropageerd door Tim Berners-Lee, uitvinder van het World Wide Web begin jaren tachtig. Het semantische web wordt ook wel in verband gebracht met kunstmatige intelligentie, al gaat Sirc niet zover om dat onderwerp bij zijn onderzoek te betrekken.

Wel haalt Sirc de term Web 3.0 aan, inspelend op de populariteit van de uitdrukking Web 2.0. De Engelsen zien Web 3.0 als de volgende generatie van informatiebeheer. Impliciet onderschrijft de onderzoeker de stelling van internetondernemer Nova Spivack.

Hij omschrijft Web 1.0 als de internetontwikkelingen tot het jaar 2000, Web 2.0 als de ontwikkelingen tussen 2000 en 2010 en Web 3.0 als die in de periode 2010 – 2020. Daarmee omzeilt hij een discussie over de inhoudelijke betekenis van de uitdrukking Web x.0.

Uit Spivacks overzicht blijkt, net als Sirc schetst, dat in het komende decennium de applicaties die nu nog onlosmakelijk met het web, de pc of de mobiele telefoon verbonden in de toekomst los komen van hun platformen. Toepassingen worden zogeheten widgets, losse programmaatjes die met elkaar kunnen praten en zowel op het vaste als het mobiele web kunnen opereren, zelfstandig en in samenspel met externe applicaties.

Duizenden gadgets en widgets

Het Franse bedrijf Netvibes publiceert binnenkort een API waarmee ontwikkelaars losse webdiensten letterlijk aan elkaar kunnen koppelen, de zogeheten Universal Widget API.

Bedrijven als Google en Yahoo investeren aanzienlijk in het ontkoppelen van webdiensten en het onderliggende platform. Google rapporteerde afgelopen week dat er nu zo’n 4.000 gadgets zijn, webprogrammaatjes die overal op websites zijn te installeren. Bij Yahoo heten deze programmaatjes widgets. De besturingssystemen Mac OSX en Windows Vista faciliteren de installatie van dit soort plug-ins.

De Nederlandse bedrijvengids YelloYello onderkent de verbreding van het aantal beschikbare platformen waarop het zijn diensten kan leveren en publiceerde afgelopen weken plug-ins voor Mac OSX, Firefox en Windows Vista. Hierdoor zijn de diensten van YelloYello direct bereikbaar zonder dat de gebruiker naar de betreffende site hoeft te surfen.
Bronnen: CRMcentraal & Emerce